boeken top 10

 
 
    home/ contact
 

Hier mijn lijst met favoriete filosofieboeken. Omdat ze mooi zijn, belangrijk, helder of ik ze bijzonder kan aanraden. De volgorde is chronologisch.

  1. Faidros, Plato. Een must. De geboorteplaats van veel centrale thema's en intuities die het hart uitmaken van de europese ideeëngeschiedenis. En Plato zelf toornt hier zelf nog boven uit: nergens is hij in dit werk de zware metafysicus die later van hem is gemaakt. Steeds overheerst een lichte, bijna ironische, toon.
  2. Ethica Nichomachea, Aristoteles. Een volgens mij nooit overtroffen boek over hoe je moet leven. Dat filosoferen het hoogste geluk brengt wisten we al, maar toch fijn dat Aristoteles het nog even onomstotelijk bewijst.
  3. Kritik der reinen Vernunft, Immanuel Kant. Waarschijnlijk het meest invloedrijke en belangrijkste boek uit de moderne filosofie. Nog steeds tref ik er thema's en gedachten in aan die hedendaagse discussies (bijvoorbeeld over religie) overbodig maken. Mensen die dit boek niet volledig hebben gelezen mogen zich niet filosoof noemen.
  4. Die Konstitution der geistigen Welt, Edmund Husserl. Heldere en systematische fenomenologische analyse van het bewustzijn en de geest. Laat zien hoe we worden gemotiveerd vanuit het lichaam, de wereld, betekenissen, vorige motivaties. Maar ook dat hierin nog zelfmotivatie mogelijk is. Hierin schuilt dat wat we vrijheid en rede noemen.
  5. De opstand der horden, José Ortega y Gasset. Profetisch boek over de moderne cultuur en Europa. Nog steeds actueel?
  6. An essay on man, Ernst Cassirer. Over de consequenties van het symbool. De mens is niet alleen maar talig, hij leeft vooral in virtuele, symbolische werelden: de alledaagse, de wetenschappelijke, de mythische, de ethische en de esthetische. Deze zijn niet tot elkaar te reduceren. Overtuigend en belangwekkend: het laat de modaliteiten van de werkelijkheid zien.
  7. Was ist Metaphysik?, Martin Heidegger. Aan het eind van de propadeuse had ik besloten te stoppen met filosofie. Het leek mij een dor vak waarin alleen rechtvaardigingen voor wetenschap werden gegeven. Tot ik dit stuk las. Eindelijk een denker die het eigen thema van de filosofie weer centraal stelde en liet zien dat alleen filosofie het grondeloze van de conditio humana kan benaderen zonder het geweld aan te doen. Of ik het hier nog steeds onversneden mee eens ben vraag ik me af, ik weet alleen zeker dat zonder Heidegger ik nu waarschijnlijk advocaat, historicus of psycholoog was geweest. (Ook hier betwijfel ik of ik er nu beter aan toe ben).
  8. Irony, contingency, solidarity, Richard Rorty. Met name het deel over irony heeft mij de dogmatische schellen van de ogen doen vallen. Rorty laat zien hoe diep het idee in ons verankerd zit dat er maar één waarheid kan zijn en hoe verraderlijk deze gedachte is.
  9. Moderne cultuur, Roger Scruton. Ik ken geen boek waarin alle, volgens mij, belangrijke thema's zo helder en zinnig worden samengebracht: transcendentie en immanentie; wetenschap, waarheidsvinding en semantiek; hoge cultuur, lage cultuur en globale cultuur; ideeëngeschiedenis, politieke geschiedenis en cultuurgeschiedenis; modernisme, postmodernisme, esthetica en Richard Wagner. Zo kan en moet filosofie weer zijn: een terugkeer naar de intellectuele hybris van de oude Grieken.
  10. Externalism, Mark Rowlands. Dit boek laat zien hoe verleidelijk, hardnekkig en voor de hand liggend het is om dat wat we geest noemen te reduceren tot een ding of iets puur geestelijks, en hoe fout dat is. Wat we geest noemen zijn volgens Mark Rowlands processen, die gebaseerd zijn op ons lijf, onze zintuigen, de hersenen, anderen en de wereld, maar die daar niet toe kunnen worden versimpeld. Jaloers makend direct en helder geschreven.
  11. Cratylos, Plato. Verbijsterend boek waarin Plato weer eens laat zien geen Platonist te zijn. Schijnbaar achteloos worden er etymologische bespiegelingen gehouden die pas 2400 jaar later, na de linguistic turn, ten volle kunnen worden begrepen. Plato zelf schrikt van zijn eigen gedachten en maakt zich met ironie uit de voeten.